‘Regelmatig fiets ik door het Midden-Delflandgebied even ten noorden van Schiedam. Welk jaargetijde het ook is, het is altijd de moeite meer dan waard. ‘s Winters hoop ik vooral ooievaars en fazanten te zien, liefst zoveel mogelijk. En ja hoor, alsof ze m’n route weten staan ze meestal klaar, een stuk of vier ooievaars links, even verderop scharrelen er tegenover een paar fazanten en zo gaat het door. Vaak in totaal tien tot vijftien van elk, op gepaste afstand van elkaar.
Behalve vandaag! Eén ooievaar maar en geen enkele fazant te zien. Was het de kou of het ijs in de sloten? Een fazant kan zich misschien tussen struiken verstoppen, maar een ooievaar? Toch nog naar warmere streken vertrokken? Je zou, als stadsbewoner en vogelondeskundige, bijna ongerust worden.’
(bijdrage van Ria Zeeuw)