De wind was stevig en waterkoud. We hebben meer tijd dan takken gesnoeid. Binnen was het gezellig en warm. En daar begon de korte cursus fruitbomensnoeien met een helder betoog over het waarom en hoe te snoeien. Dood hout, vorm van de boom, hoog-middel-laag, maar altijd in balans tussen groei en bloei, tussen blad en bloem. Piet van Eijk is een hovenier in hart en nieren, maar ook met een boeiend verhaal. Het water loopt al in de mond bij het bedenken van de fruitvracht het komende voorjaar, alleen nog even leren snoeien. En dat blijkt verrassend eenvoudig met zo’n schaartje. Hij knipt er lustig op los tussen bloem- en bladknop. Volop vertellend over lucht in de kroon („je moet je pet er doorheen kunnen gooien”), scharende takken, richting gevend aan de groei. Hoog boven ons uittorenend op zijn stevige trap gaf hij aan waar onze carrière nog niet bij de eerste trede kwam. Zelfs de harde wind had geen vat op hem of zijn humeur. Enkele van ons deden wat schuchtere pogingen, er vielen zelfs wat takjes op de grond. Zelf probeerde ik alles visueel op te slaan. Het verschil in knopjes, sommige takken helemaal weg, andere maar halverwege. Ik moet alles weer aan mijn vrouw uitleggen, dan blijkt wel of ik het begrepen heb of niet. En de uiteindelijke bewijzen zitten natuurlijk in de appeltaarten en gestoofde peertjes. Weer terug in de warme en prachtige boerderij bij een kom snert en een gluhwein, even napraten en bedanken voor de prettige en interessant snoeicursus.
Verslag van Hans Zweekhorst