De wijziging van het Tracébesluit Blankenburgtunnel schiet volgens de Midden-Delfland Vereniging, Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH), Natuurmonumenten en diverse lokale natuur- en bewonersorganisaties tekort. Gegevens die de wijzigingen moeten onderbouwen ontbreken. Ook vinden zij dat de minister van Infrastructuur en Waterstaat te makkelijk ervan uitgaat dat de natuurschade gecompenseerd mag worden, terwijl onvoldoende wordt aangetoond dat die aantasting niet voorkomen kan worden.

Tracébesluit
In 2016 viel het Tracébesluit Blankenburgtunnel. De vereniging ging samen met NMZH, Natuurmonumenten en andere organisaties daartegen in beroep bij de Raad van State omdat zij het niet eens zijn met nut en noodzaak van de snelweg. Ze zien die daarnaast als een onacceptabele aantasting van natuur en landschap. Dit betreft onder meer de schade door de stikstofuitstoot van het autoverkeer. Om de gevolgen daarvan te ondervangen, is de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) ook van toepassing op de Blankenburgtunnel.

De Raad van State wil zeker weten of de PAS door de beugel kan en heeft daarom advies ingewonnen bij het Europese Hof van Justitie. Naar verwachting medio 2018 zal het Hof antwoorden. Zolang zijn alle beroepszaken met een koppeling met de PAS aangehouden.

Zitting
Om vertraging bij de aanleg te voorkomen heeft de minister het Tracébesluit Blankenburgtunnel recent gewijzigd. Met deze wijziging wil zij de negatieve gevolgen voor natuur door een hogere stikstofuitstoot via het Tracébesluit zelf compenseren. De PAS zou dan niet meer relevant zijn en daarmee ook niet meer de uitspraak van het EU-Hof. Als beroepspartijen zijn de organisaties er niet van overtuigd dat die compensatie op een juiste manier wordt geregeld. Zij vragen de Raad van State daarom zich hierover te buigen in een zitting.

Lees hier de volledige reactie van de natuurorganisaties >