‘De lente is vorige week begonnen. Officieel pas op 20 maart, maar op de boerderij begint de lente als de eerste lammetjes zijn geboren. Tenminste, dat vind ik. De drachtigheid van schapen is meer seizoensgebonden dan die van koeien; zodoende komen vrijwel alle lammetjes in de lente ter wereld. En de schapen hadden haast, want in één week tijd hebben we twaalf (!) lammetjes van vijf verschillende moeders. Een vierling, een drieling, een tweeling en drie eenlingen.
Eenlingen zijn altijd groter dan meerlingen, maar voor de geboorte maakt dat niet altijd wat uit. Na de geboorte hebben de meerlingen wel meer aandacht nodig, want een schaap heeft maar twee spenen. Meestal voeden we lammetje #3 en #4 dan bij. Later, als ze weer in de wei lopen, zijn dit de schapen die naar je toe komen, en minder schuw zijn dan de rest.
Tot twee weken terug liepen de schapen nog buiten, de kou deert ze niet dankzij hun dikke wol. We wilden ze wat dichter bij huis hebben om ze te kunnen helpen indien nodig, en prompt waren er vijf schapen die gingen lammeren. Dat gaat meestal zonder hulp, al moet je af en toe even een handje bijsteken. Ook na de geboorte: de moeder likt de lammetjes dan droog, maar soms moet je lammetje #2 even extra dicht bij de moeder leggen. Vooral als dit voor haar een eerste keer is, ze kan dat lammetje anders afstoten. Een koe zal voor een ander kalfje zorgen, maar een schaap richt zich meer op de eigen kroost.
Naast de lammetjes zijn er sinds kort ook kuikens op de boerderij. We hadden al een klein peloton kippen, maar nu zijn we aan de slag met een nieuwe generatie. Ze hebben een zware start gehad, want bij -5 graden kwamen ze bij ons aan. Met een warmtelamp, een af te sluiten hok met veel strooisel en voldoende water en voer om te groeien doen ze het erg goed.’
(bijdrage van Bas van den Berg van Hoeve Ackerdijk)