De Raad van State heeft een uitgebreide tweede hoorzitting gewijd aan de Blankenburgverbinding. De staatsraden zaagden donderdag 26 april de advocaten van het ministerie van Infrastructuur en Auke Wouda namens de beroepspartijen (o.a. de Midden-Delfland Vereniging) ruim drie uur door.
De zitting ging met name over het aanvullende Tracébesluit van de minister waarin compenserende maatregelen zijn opgenomen voor de effecten van stikstof door het verkeer vanuit de tunnelverbinding op beschermde natuur. Het ministerie liet ong. 25 deskundigen ‘opdraven’.
De vragen en de discussie draaiden erom of deze maatregelen voldoende zijn en of de effecten van de stikstofuitstoot op de natuur op juiste wijze zijn vastgesteld. Ook kwam de noodzaak van de tunnel i.v.m. de vluchtroute bij calamiteiten aan de orde, en of de minister de juiste wettelijke inzageprocedure voor het gewijzigde Tracébesluit had gevolgd.
Complexe zaak
Het is nog niet duidelijk of de Raad van State binnen de normale termijn van zes weken uitspraak doet. De voorzitter onderstreepte dat het een complexe zaak is en dat het ook nog samenhangt met het oordeel of in deze zaak de uitspraak van het Europese Hof van Justitie moet worden afgewacht over de door de Raad gestelde ‘prejudiciële’ vragen over de zgn PAS-regeling (Programma Aanpak Stikstof).
De minister is van mening dat deze uitspraak niet behoeft te worden afgewacht omdat ze voldoende stikstofcompenserende maatregelen heeft genomen en daardoor de PAS-regeling niet van toepassing is. De beroepspartijen (met verder Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland, Natuurmonumenten) betwijfelen dat sterk, advocaat Auke Wouda bracht dat helder en meer dan voldoende onder de aandacht.
Het wordt dus afwachten of en wanneer duidelijkheid komt of de Blankenburgverbinding er mag komen, en zo ja welke extra maatregelen (o.a. voor landschappelijke inpassing en bescherming natuur) er genomen moeten worden.
Zie ook voor verweerschrift beroepspartijen: